Wat is kennis in participatief actieonderzoek

Praktijkgericht onderzoek bevindt zich op het snijvlak van het interpretatieve en het kritisch-emancipatorische paradigma. Sommige onderzoekers willen vooral begrijpen (interpretatief) en andere willen ook empoweren (kritisch-emancipatorisch). Participatief actieonderzoek is per definitie kritisch-emancipatorisch want het heeft altijd óók als doel betrokkenen te emanciperen. Die betrokkenen zijn de professionals die hun verantwoordelijkheid gaan oppakken, maar het kunnen ook kinderen zijn waarvan de stem tot nu toe niet gehoord is of burgers in achterstandswijken. Participatief actieonderzoek gaat om handelen en handelen is altijd normatief. Je wilt dat dingen verbeteren en daarvoor zul je moeten bepalen wat ‘beter’ is, en voor wie. Dat betekent iets voor de kennis die wordt ontwikkeld tijdens participatief actieonderzoek.

Met een aantal mede-onderzoekers deed ik onderzoek naar wat ouders van jongeren met een Turkse of Marokkaanse achtergrond nodig hebben om in onze polariserende samenleving hun kinderen te ondersteunen bij een gezonde identiteitsontwikkeling. Tijdens het analyseren van de interviews die we met de jongeren deden, merkten we dat we op heel verschillende items hadden doorgevraagd en de data dus eigenlijk niet zo betrouwbaar waren.

We snapten eerst niet goed wat er was gebeurd. We hadden tijdens de gehele oriëntatiefase intensief samengewerkt en we hadden onze interviewtopics goed doorgenomen. We zaten prima op een lijn. Het onderzoek was ooit begonnen als een onderzoek naar het voorkómen van radicalisering, maar we waren het er, als pedagogen, al snel over eens dat voorkómen van radicalisering niks anders is dan ‘gewoon zorgen een goede opvoeding en een inclusieve samenleving’. Daarom lag daarop onze focus.

Inmiddels snap ik wat er toen mis is gegaan. We handelden duidelijk vanuit verschillende paradigmatische visies. Met radicalisering in hun achterhoofd wilden mijn interpretatieve collega’s begrijpen hoe jongeren tot radicalisering komen (en wat ze nodig hebben om op het rechte pad te blijven). Als een jongere vertelde over zijn frustratie naar aanleiding van een ervaring van achterstelling of discriminatie, vroegen zij door op signalen van radicalisering: hoe veel zit je achter internet, met wie ga je om, is je vriendenkring veranderd? Voor anderen, waaronder ikzelf, die zich thuis voelen in het kritisch-emancipatorisch paradigma, was juist bewustwording en empowerment een doel op zich. Wij vroegen bij eenzelfde ervaringsverhaal door op wat het voor hem betekend heeft en wat hem helpt in dat soort situaties, om zo bij de jongere een bewustzijnsproces op gang te brengen over de dynamiek van achterstelling. Beide interviewstrategieën leveren kennis op, maar die is heel anders van aard.

Voor klassieke wetenschappers kan dit verontrustend zijn maar voor (participatief) actieonderzoekers is het dat niet. Participatief actieonderzoekers streven niet naar objectieve kennis, sterker nog, ze gaan ervan uit dat die niet bestaat. Volgens hen is kennis altijd contextgebonden, en bestaat niet los van onszelf. Op het moment dat je als onderzoeker ergens aanwezig bent en de situatie observeert (zelfs zonder actief te interveniëren) heb je al invloed op de situatie. Mensen zijn volgens participatief actieonderzoekers principieel niet in staat om een situatie objectief te observeren.

Daarom zoeken participatief actieonderzoekers naar relevante kennis. Kennis die in een bepaalde context kan helpen om de positie van betrokkenen te verbeteren. Ze zijn zich er daarbij van bewust dat betrokkenen altijd zijn ingebed in een systeem en nooit als losse eenheid kunnen worden onderzocht. Als je een deel van het systeem beïnvloedt, heeft dat weerslag op het hele systeem. Daarin juiste keuzes maken, is normatief handelen. En dat is een van de grootste uitdagingen voor participatief actieonderzoekers.